De leerstoel wordt gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en is ingesteld in samenspraak met de Anton de Kom Stichting en de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS). De leerstoel richt zich op de historische verwerking van het Nederlandse slavernijverleden en is een gebaar van de Nederlandse regering voor eerherstel van Anton de Kom. Voortbouwend op het gedachtegoed van De Kom, slaat de leerstoel een brug tussen Nederland en Suriname en tussen Geesteswetenschappen en Rechtswetenschappen.
De leerstoel betrekt het koloniale verleden in brede zin – inclusief het slavernijverleden – bij het bestuderen van de maatschappelijke vraagstukken in het verleden en het heden, met bijzondere aandacht voor thema’s als rechtsgelijkheid, rechteloosheid en rechtsherstel, migratie, racisme en discriminatie, burgerschap en processen van in- en uitsluiting. De leerstoel beoogt een intensivering van de samenwerking met de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Hoogleraar Guno Jones verricht de werkzaamheden dan ook jaarlijks deels vanuit de VU Amsterdam en deels vanuit de AdeKUS.
Interdisciplinair werk
Het werk van Jones is interdisciplinair. In zijn benadering van de leerstoel put hij inspiratie uit historische, sociaalwetenschappelijke en juridische invalshoeken. Zo bestudeerde hij de geschiedenis van het Nederlandse politieke discours over burgerschap, postkoloniale migratie en nationale identiteit, en de wetgeving die daarmee samenhing. Daarnaast deed hij onderzoek naar het erfgoed en de publieke herinnering van de Tweede Wereldoorlog in Nederland en de voormalige kolonies.
Momenteel bestudeert hij het politieke discours over ‘gemengde relaties’ in de koloniale tijd en in de Europese Unie, en het daarmee samenhangende beleid. Verder behoort de publieke omgang met kolonialisme en slavernij in Nederland tot zijn interesses, alsmede de juridische geschiedenis van verovering, slavernij en contractarbeid.
De maatschappelijke betrokkenheid van De Kom en zijn bijdragen aan een dieper begrip van kolonialisme en de blijvende effecten daarvan benadrukken het cruciale belang van een gesitueerde benadering van kennisvorming. “Hij liet als geen ander zien hoe kennis over samenleving en geschiedenis afhankelijk is van de positie die wij innemen, en nam daarbij consequent de positie van de onderdrukten als uitgangspunt voor het beschrijven en duiden van ‘de realiteit’.”
Een menswaardig bestaan
Ook de familie van De Kom heeft in haar lange strijd voor erkenning deze tweezijdigheid van De Koms bijdrage altijd benadrukt. Zo schreef Judith de Kom: “Zijn levensovertuiging [was] een directe afwijzing van armoede, onderdrukking en uitbuiting (…) Het lukte De Kom voor korte tijd de verschillende bevolkingsgroepen tot elkaar te brengen in een strijd voor een menswaardig bestaan.”
Susan Legêne (decaan van de Faculteit der Geesteswetenschappen): “Deze Anton de Kom leerstoel, met daaraan verbonden initiatieven als een Trans-Atlantische academische werkplaats, verankert meervoudige perspectieven op het koloniale verleden en hedendaagse doorwerking, in ons historisch en juridisch onderwijs en onderzoek. Dat ook aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname daarvoor zo’n breed draagvlak bestaat geeft de leerstoel een veelbelovende start.”
Shanti Venetiaan (voorzitter van het Bestuur van de Anton de Kom Universiteit van Suriname): “De leerstoel draagt dezelfde naam als onze universiteit, waardoor er tussen beide op natuurlijke wijze een verbondenheid tot stand gekomen is. We hopen en verwachten dat via deze leerstoel een wetenschappelijke bijdrage gegeven kan worden aan het uitdragen van het gedachtegoed van Anton de Kom, en we zullen vanuit onze rol in de samenwerking met de VU Amsterdam, hieraan invulling geven.”
Opdracht van de leerstoel
De leerstoel richt zich expliciet op de historische verwerking van het slavernijverleden en haar hedendaagse doorwerking in sociale en culturele verhoudingen, juridische kaders en transnationale gemeenschappen. Kern van de leeropdracht is onderzoek op vier terreinen: 1) de langdurige strijd om erkenning van het slavernij- en koloniale verleden, in het bijzonder van de nazaten van zowel voormalige totslaafgemaakten als van contractarbeiders; 2) de doorwerking van slavernij, andere vormen van dwangarbeid en minderwaardig burgerschap en kolonialisme in hedendaagse vormen van systemische uitsluiting en racisme, in het bijzonder op terreinen van migratie, burgerschap en recht; 3) De gevolgen van kolonialisme voor de hedendaagse relaties tussen Nederland en Suriname en 4) de zoektocht naar rechtvaardigheid en herstel voor het leed van slavernij en kolonialisme, in het bijzonder ten aanzien van de relaties tussen Suriname, het Caribisch gebied en Nederland.